Makreel- en wrakvissen in Zeeland

Makreel- en wrakvissen Zeeland

Wrakvissen is nog steeds populair. Ergens logisch want juist rond die grote bonken roest, daar ergens gelegen in die donkere koude Noordzee huizen die nog echt zware kabeljauwen. Het hoeft weliswaar geen betoog dat het zeker hier in onze Noordzee niet best gaat met de kabeljauw. Maar ondanks dit alles, zwemmen er toch best nog wel wat dikke exemplaren rond in zeeland.

Je hengel uitgooien boven de wrakken die in de zee liggen en wat geduld geven je prachtige exemplaren kabeljauw, meestal een heel stuk groter dan de kabeljauw die je voor de rest op de Noordzee kan vangen.
Wrakken… waar ga je die vinden? In de Noordzee! Er liggen heel wat brokstukken op de bodem van onze Noordzee en doordat de Noordzee niet zo diep is, kan je vaak vissen vangen die in de wrakken leven. Vanuit Vlissingen zijn de wrakken in niet al te lage vaartijd te bereiken.

Wrakvissen heeft iets speciaals. Je weet uiteindelijk nooit wat je kan verwachten. Natuurlijk vang je in het winterseizoen alleen maar gul en steenbolk, maar tijdens de zomervisserij worden er ook regelmatig dikke zeebaarzen, ponen en niet te vergeten mooie grote pollakken gehaakt. Het hangt van het jaargetijde af welke vis zich het meest concentreert op de wrakken. In de regel vangen we tijdens het wrakvissen in Zeeland de zwaarste gullen zo rond eind februari. Prachtige dikke beren, die werkelijk voor supersport zorgen. Tot eind maart en zelfs begin april nog, maken we kans op grove gullen. Daarna trekken ze weer weg naar het noordelijk deel van de Noordzee.

De makreel is natuurlijk een ontzettend populaire vis. Niet alleen voor de sportvisser, maar zeker ook voor de liefhebber van gebakken, gestoomde of gerookte vis. Het vette vlees smaakt heerlijk en om deze reden vissen veel Nederlanders en Belgen in de zomer op makreel. Waarom in de zomer? Nou, de makreel is voor de Nederlandse en Belgische kust een zomergast. Dat wil zeggen dat ze er alleen in de warme maanden van het jaar zitten. Gemiddeld genomen vangen we in Zeeland het meeste zo tussen half mei en eind september. Maar dit is meer een richtlijn dan een stelregel! Bij een warme lente kan het zomaar zijn dat er begin mei in Zeeland al goed makreel gevangen wordt.

Zoals gezegd is makreelvissen in Zeeland in de zomermaanden een favoriete bezigheid van veel mensen. De meeste mensen zeevissen op makreel met een zogenaamd makreelpaternoster. Dat is eigenlijk niets anders dan een onderlijn met 3 tot 6 haken, voorzien van veertjes of glimmend folie. Onderaan een stuk lood of een pilker en je kunt zeevissen op makreel. Een stevige boothengel en een zeemolen volgespoeld met 40/00 nylon en je bent klaar om de mini tonijntjes van de Noordzee het leven zuur te maken. De techniek is heel simpel. We varen met de boot rond totdat er een school makrelen gevonden wordt. Als er een school gelokaliseerd is driften we recht boven de vis. Je laat je paternoster gecontroleerd zakken, vaak voel je tijdens het afzinken al aanbeten. Als je de bodem bereikt hebt, vis je de paternoster met korte tikken weer omhoog. Onthoud op welke diepte je ongeveer de aanbeten krijgt, dan hoef je de keer erna niet helemaal naar de bodem te zakken! Vaak zie vissers enorme halen aan de hengel geven, dat ziet er imposant uit maar je vangt meer makreel als je de paternoster met kortere rukken binnenvist.